
Meervoudige Intelligenties
Wat zijn Meervoudige Intelligenties?
Ontstaan van het model ‘meervoudige intelligentie’
In de jaren tachtig verscheen er in de Verenigde Staten een publicatie van Howard Gardner, een Amerikaanse leerpsycholoog, verbonden aan de Harward University, die verslag doet van een breed opgezet onderzoek naar de wijze waarop mensen leren. In die publicatie introduceert Gardner het begrip meervoudige intelligentie (MI).
Kort gezegd komt het erop neer dat Gardner in kaart brengt dat mensen op verschillende manieren kennis verwerven. En dat benoemd Gardner als intelligenties. Hij definieert intelligentie als ‘het vermogen van de mens om problemen op te lossen en producten te maken die in een cultuur gewaardeerd worden.’
Zo beschrijft Gardner dat er culturen bestaan waar vooral de taal een belangrijke rol speelt bij de overdracht van kennis, maar er zijn ook culturen die hun kennis voortbrengen en overdragen via symbolen, of culturen waar beweging en motoriek centraal staan.
Gardner heeft het hier niet over de leerpsychologie, maar over de verschillende manieren waarop het leren plaatsvindt.
Verschillende intelligenties
Gardner spreekt van acht verschillende intelligenties en sluit niet uit dat de mens nog meer intelligenties heeft. Hij vermoedt zelfs een negende: existentiële intelligentie.
Verbaal- linguïstisch
De verbaal- linguïstische intelligentie wordt ook wel de talige intelligentie genoemd. Als een kind gebruikmaakt van de verbaal- linguïstische intelligentie, dan gebruikt het vooral de taal als middel om de wereld te begrijpen. Het gaat hier om kinderen die altijd om uitleg vragen, die altijd alles willen horen en zelf onder woorden willen brengen, die alles lezen wat los en vast zit etc.
Logisch- mathematische intelligentie
De logisch- mathematische intelligentie is geïnteresseerd in getallen en speelt er graag mee. Hij kan goed informatie ordenen en lost graag wiskundige problemen op. Hij denkt zorgvuldig na en heroverweegt bij het oplossen van problemen. Hij redeneert logisch en denkt kritisch.
Muzikaal- ritmische intelligentie
Muzikale intelligentie heef niet zozeer te maken met goed kunnen zingen of muziek maken op zichzelf. Maar wel met het aanvoelen en onderkennen van de onderliggende patronen en maat, ritme en herhaling. In de muziek komt dat natuurlijk heel vaak tot uiting. Maar in allerlei andere, dagelijkse bezigheiden in de klas gaat het ook vaak om herhaling, om vaste ritmes en regelmaat van een handeling of oplossingspatroon.
Lichamelijke- kinesthetische intelligentie
De lichamelijk- kinesthetische intelligentie reageert meestal met bewegingen. Hij heeft een sterk gevoel voor het gebruik van het eigen lichaam. Hij houdt van sport en maakt snel lichamelijk contact. Bovendien is hij stek in de fijne motoriek en leert gemakkelijk door iets te doen of te spelen. Hij sleutelt en knutselt graag.
Interpersoonlijke intelligentie
Interpersoonlijk wil zeggen: gericht op elkaar. Bij de interpersoonlijke intelligentie gaat het over de vaardigheid om te leren van en met elkaar. De reactie van de ander is van invloed op de eigen ontwikkeling. Iemand met de interpersoonlijke intelligentie houdt van contact met anderen en werkt graag samen. Bovendien voelt hij zich prettig in groepen, houdt van feestjes en gezelligheid en is graag bereid anderen te helpen.
Intrapersoonlijke intelligentie
De intrapersoonlijke intelligentie blijft op de achtergrond. Hij leeft in een eigenwereld en houdt van dagdromen. Hij kent zijn eigen zwakheden en sterke kanten goed en stelt hoge eisen aan zichzelf. Verder neemt hij scherp waar wat er gebeurt. Mensen met deze intelligentie schrijven graag in dagboeken. Deze intelligentie gaat om de vaardigheid om na te (kunnen) denken over het eigen handelen, zelfreflectie toe te passen, om daar van te leren.
Natuurgerichte intelligentie
De natuurgerichte intelligentie is geïnteresseerd in de natuur en herkent snel kenmerken van planten en dieren. Hij observeert en verklaart graag veranderingen in de natuur. Verder leert hij het beste door waarnemen (buiten), verzamelen en ordenen. Hij gaat ook graag met dieren om en maakt er snel contact mee.
Tot slot
Ieder mens bezit de verschillende intelligenties en is uniek in het gebruik ervan. De ene mens heeft meer aanleg voor de ene intelligentie en een ander mens weer voor een andere intelligentie. Volgens Gardner is het mogelijk de intelligenties te ontwikkelen. De ontwikkeling wordt door de cultuur bepaald, elke cultuur waardeert de intelligenties verschillend. In onze westerse cultuur zijn taal en rekenen belangrijk(de verbaal- linguïstische en logisch- mathematische intelligentie). En dat moeten we niet willen veranderen. Je kunt je wel afvragen hoe je de andere intelligenties meer kunt benutten.